Veelgestelde vragen over 2023

Veelgestelde vragen over prijsplafondregeling

De Nederlandse overheid wil er in 2023 voor zorgen dat mensen niet in de problemen komen door de hoge energieprijzen. Met de energiebedrijven is afgesproken dat er een tijdelijk prijsplafond voor energie komt. Dat betekent dat energiebedrijven tot aan een bepaalde hoeveelheid (verbruiksplafond) niet meer dan een bepaald tarief (plafondtarief) in rekening zullen brengen. Dit geldt voor zowel gas, stroom en warmte. De overheid betaalt het verschil tussen het leveringstarief en het verbruiksplafondtarief aan de energiebedrijven. Voor warmte is het verbruiksplafond vastgesteld op 37 GJ en is het plafondtarief € 47,38 per GJ. Dit komt overeen met het verbruiksplafond van 1.200 m3 en een plafondtarief van € 1,45 per m3 voor gasverbruikers. Dus tot aan een verbruik tot en met 37 GJ betaalt de klant het plafondtarief. Voor al het verbruik boven de 37 GJ wordt het leveringstarief van de warmteleverancier in rekening gebracht.
Bij warmte geldt de prijsplafondregeling voor verbruikers met een aansluiting tot en met 100 kW. Voor klanten zonder eigen aansluiting, bijvoorbeeld met blokverwarming, heeft de overheid een speciale regeling gemaakt. Hierover worden de klanten op de hoogte gebracht door hun verhuurder.
Ondanks de sterk gestegen energieprijzen in 2022, zijn de warmtetarieven het hele jaar gelijk gebleven. Onze leveringstarieven zullen door de hogere kosten voor productie en levering ook stijgen. Het grootste deel van onze klanten heeft een jaarverbruik lager dan 37 GJ en heeft voor 2023 dus volledig voordeel van de prijsplafondregeling.
De warmteleveranciers hebben geen voordeel van de prijsplafondregeling. Ook de warmteleveranciers willen dat hun klanten zo min mogelijk last hebben van de hoge energieprijzen en hebben al hun systemen aangepast om de wens van de overheid te kunnen uitvoeren. Er worden door de overheid strenge controles uitgevoerd waarbij de warmteleveranciers, volgens strenge boekhoudkundige regels en met controle door een accountant, moeten aantonen dat al het ontvangen geld van de overheid bij de klanten terecht is gekomen. Daarnaast worden specifiek voor het jaar 2023 extra eisen gesteld aan het rendement bij warmteleveranciers (en marge bij leveranciers van gas en stroom).


Veelgestelde vragen Tarieven 2023

Het maximum tarief dat de ACM vaststelt is volgens het Niet Meer dan Anders principe (NMDA). Dat betekent dat een klant met een warmteaansluiting in een vergelijkbare situatie niet meer mag betalen dan een klant met een gasaansluiting. Naast dat deze systematiek wettelijk is vastgelegd worden de kosten van warmte ook daadwerkelijk beïnvloed door de hoogte van de aardgas en stroomprijzen. Onze leveringstarieven zijn altijd lager geweest dan het door de ACM vastgestelde maximum tarief. Ook voor 2023 is dit weer het geval.
Onze tarieven hangen af van daadwerkelijke kosten en van een gezond rendement dat nodig is om betrouwbare warmte te kunnen blijven leveren. De tarieven mogen niet leiden tot een hoger dan redelijk rendement dat de ACM heeft vastgesteld en waarop wij worden gecontroleerd.
Bij de jaarafrekening passen wij altijd het voorschotbedrag aan, waardoor uw maandbedrag zo goed mogelijk aansluit bij uw jaarverbruik en er bij de jaarafrekening niet hoeft te worden bijbetaald. Door de prijsplafondregeling en de wijziging van de btw zullen voor de meeste klanten de kosten stijgen en is er dus een hoger voorschotbedrag nodig om bij de jaarafrekening goed uit te komen. Op basis van het standaardjaarverbruik van onze klanten vertalen wij de te verwachten kosten voor 2023 inclusief het effect van de prijsplafondregeling in het verbruikskostenoverzicht (VKO). Hier kunt u zien of wij bij uw jaarafrekening een overschot of tekort verwachten. Op basis van die informatie kunt u uw voorschotbedrag laten aanpassen. Als wij zien dat u bij de jaarafrekening veel moet bijbetalen, zullen wij u proactief benaderen en een passend voorschotbedrag voorstellen.
In het maandelijkse verbruikskosten overzicht (VKO) dat onze klanten ontvangen zijn de effecten van de prijsplafondregeling verwerkt in de te verwachten kosten en het te verwachten verbruik voor het komende gehele jaar. In het VKO over januari, dat u in februari ontvangt, zijn de effecten van de prijsplafond regeling meegenomen. In het VKO wordt niet uitgesplitst hoeveel verbruik er is geweest tot aan en boven het verbruiksplafond. Die informatie vindt u op de jaarafrekening.
Onze klanten kunnen op basis van hun werkelijke of te verwachten situatie altijd verzoeken het termijnbedrag aan te passen. Samen met de klant bekijken wij welk termijnbedrag het beste bij die situatie past.
Het verbruik - en daarmee de kosten - worden niet alleen bepaald door het type woning. Dit is altijd een combinatie van het gebruikt en het type woning. Bij een nieuwe woning worden deze kosten door ons ingeschat op basis van de eigenschappen van deze woning, zoals het type (rijtjeswoning of vrijstaand). We weten dan nog niet wie er precies komt te wonen en hoe de warmte wordt gebruikt. Hoe langer een klant in dezelfde woning verblijft, hoe nauwkeuriger het te verwachten verbruik en daarmee de te verwachten kosten.
Bij de plafondregeling is een berekening gemaakt van normaal verbruik van m3 aardgas naar GJ. Tot het standaard verbruik zijn de tarieven voor warmte een aardgas gelijk. Boven het standaard verbruik gelden de markttarieven. Voor warmte is dat tarief gemaximeerd door de ACM. Het leveringstarief van Warmtebedrijf Scherpenzeel ligt daar fors onder. Voor de tarieven voor aardgas gelden de markttarieven die niet gemaximeerd zijn.
Per 1 januari 2023 gaan de energiebelasting weer omhoog. Die geldt niet voor warmte en raakt onze klanten dan ook niet. De btw gaat terug van 9% naar 21%. Dit waren tijdelijke maatregelen om energie betaalbaar te houden.